Wilde zwijnen struinen overal rond waar ze voedsel kunnen vinden, maar als ze onraad bespeuren zijn ze zo weer weg.

Het Park heeft ongeveer vijftig wilde zwijnen.

Het wilde zwijn is een voorouder van onze gewone varkens. De vrouwtjes, zeugen, leven met hun biggen en de biggen van het jaar ervoor in groepen.

De biggen van het voorgaande jaar heten overlopers.

De volwassen mannetjes, de keilers, leven alleen. Ze hebben flinke slagtanden, ook wel geweren genoemd.

Die geweren blijven groeien hij ongeveer vier jaar oud is.

   

 

Het wilde zwijn is een alles eter.

Hij heeft het liefst makkelijk en verteerbaar voedsel.

Hij eet vooral:

 

  • Eikels
  • Beukennoten
  • Kastanjes
  • Wortels
  • Bladeren
  • Wilde planten
  • Gras
  • Knollen
  • Truffels
  • Insectenlarven
  • Amfibieën
  • Vogels
  • Kleine knaagdieren

Maak jouw eigen website met JouwWeb